Hoe ontstaan spataders?
Vanuit de benen wordt het bloed via een dubbel systeem naar het hart teruggeleid: een diep en een oppervlakkig systeem.
De oppervlakkige aders liggen in het onderhuidse vetweefsel.
Het dieper gelegen systeem ligt tussen de spieren en zorgt voor ongeveer 90 % van het bloedvervoer.
De oppervlakkige aders vloeien over in het diepe systeem ter hoogte van de lies en de kniekuil. Beide systemen zijn bovendien nog met elkaar verbonden langs venae perforantes. Dit zijn rechtstreekse verbindingen tussen oppervlakkig en diep systeem. Het bloed moet op eigen kracht en tegen de zwaartekracht terug naar het hart.
In de bloedvaten bevinden zich kleppen, die kunnen vergeleken worden met terugslagkleppen. Deze kleppen moeten ervoor zorgen dat het bloed in de juiste richting stroomt, namelijk van de oppervlakte naar de diepte en van de tenen naar het hart.
Wanneer het kleppensysteem van de oppervlakkige aders niet meer functioneert, ‘de klep lekt’, kan het bloed hierin terugstromen. Daardoor ontstaat een hoge druk in de aders, waardoor ze verwijden. Langzamerhand kunnen dan kronkelige en gezwollen aders zichtbaar worden onder de huid : SPATADERS of VARICES.